Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. radbraken:


Niederländisch

Detailübersetzungen für radbraken (Niederländisch) ins Schwedisch

radbraken:

radbraken Verb (radbraak, radbraakt, radbraakte, radbraakten, geradbraakt)

  1. radbraken
    rådbråka
    • rådbråka Verb (rådbråkar, rådbråkade, rådbråkat)

Konjugationen für radbraken:

o.t.t.
  1. radbraak
  2. radbraakt
  3. radbraakt
  4. radbraken
  5. radbraken
  6. radbraken
o.v.t.
  1. radbraakte
  2. radbraakte
  3. radbraakte
  4. radbraakten
  5. radbraakten
  6. radbraakten
v.t.t.
  1. heb geradbraakt
  2. hebt geradbraakt
  3. heeft geradbraakt
  4. hebben geradbraakt
  5. hebben geradbraakt
  6. hebben geradbraakt
v.v.t.
  1. had geradbraakt
  2. had geradbraakt
  3. had geradbraakt
  4. hadden geradbraakt
  5. hadden geradbraakt
  6. hadden geradbraakt
o.t.t.t.
  1. zal radbraken
  2. zult radbraken
  3. zal radbraken
  4. zullen radbraken
  5. zullen radbraken
  6. zullen radbraken
o.v.t.t.
  1. zou radbraken
  2. zou radbraken
  3. zou radbraken
  4. zouden radbraken
  5. zouden radbraken
  6. zouden radbraken
en verder
  1. ben geradbraakt
  2. bent geradbraakt
  3. is geradbrraakt
  4. zijn geradbraakt
  5. zijn geradbraakt
  6. zijn geradbraakt
diversen
  1. radbraak!
  2. radbraakt!
  3. geradbraakt
  4. radbrakend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für radbraken:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
rådbråka radbraken

Computerübersetzung von Drittern: