Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. schaapskoppen:
  2. schaapskop:


Niederländisch

Detailübersetzungen für schaapskoppen (Niederländisch) ins Schwedisch

schaapskoppen:

schaapskoppen [de ~] Nomen, Plural

  1. de schaapskoppen

Übersetzung Matrix für schaapskoppen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
fårskallar schaapskoppen domkoppen; druiloren; leeghoofden; oenen; sufferds; sukkels; sullen

Verwandte Wörter für "schaapskoppen":


schaapskoppen form of schaapskop:

schaapskop [de ~ (m)] Nomen

  1. de schaapskop (sufferd; oen; sul; druiloor)
    klantskalle; tönt
  2. de schaapskop (onnozelaar; schapenkop; idioot; )
    dumskalle; dåre; idiot
  3. de schaapskop (onnozole hals; kuiken; schaap; )

Übersetzung Matrix für schaapskop:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
dumbomm kuiken; onnozelaar; onnozele; onnozole hals; schaap; schaapskop; uil
dumskalle druiloor; idioot; kalfskop; oen; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; rund; schaapskop; schapenkop; stommeling; stommerd; stommerik; sukkel; sul domkop; dommerik; domoor; druiloortjes; ezel; stommeling; sufferd; sufferdje; sufferdjes; uilskuiken
dåre druiloor; idioot; kalfskop; oen; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; rund; schaapskop; schapenkop; stommeling; stommerd; stommerik; sukkel; sul dwaas; gek; idioot; ijveraar; imbeciel; mallerd; malloot; maniak; pias; scherpslijper; zeloot; zot; zottin
idiot druiloor; idioot; kalfskop; oen; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; rund; schaapskop; schapenkop; stommeling; stommerd; stommerik; sukkel; sul dolleman; domkop; dommerik; domoor; dwaas; geesteszieke; gek; idioot; imbeciel; krankzinnige; onnozelaar; sodemieter; stommeling; sufferd; sufferdje; uilskuiken; waanzinnige
klantskalle druiloor; oen; schaapskop; sufferd; sul beunhaas; koekenbakker; takkewijf; trut
trögis kuiken; onnozelaar; onnozele; onnozole hals; schaap; schaapskop; uil hannes; sijsjeslijmer; slak; sukkel; talmer; teut; treuzel; treuzelaar; treuzelkous
tönt druiloor; oen; schaapskop; sufferd; sul gek; hansworst; kwast; kwibus; nar; zot

Verwandte Wörter für "schaapskop":