Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. scherp zetten:


Niederländisch

Detailübersetzungen für scherp zetten (Niederländisch) ins Schwedisch

scherp zetten:

scherp zetten Verb (zet scherp, zette scherp, zetten scherp, scherp gezet)

  1. scherp zetten (focussen; scherp stellen)
    fokusera; ställa in skärpan
    • fokusera Verb (fokuserar, fokuserade, fokuserat)
    • ställa in skärpan Verb (ställer in skärpan, ställde in skärpan, ställt in skärpan)

Konjugationen für scherp zetten:

o.t.t.
  1. zet scherp
  2. zet scherp
  3. zet scherp
  4. zetten scherp
  5. zetten scherp
  6. zetten scherp
o.v.t.
  1. zette scherp
  2. zette scherp
  3. zette scherp
  4. zetten scherp
  5. zetten scherp
  6. zetten scherp
v.t.t.
  1. heb scherp gezet
  2. hebt scherp gezet
  3. heeft scherp gezet
  4. hebben scherp gezet
  5. hebben scherp gezet
  6. hebben scherp gezet
v.v.t.
  1. had scherp gezet
  2. had scherp gezet
  3. had scherp gezet
  4. hadden scherp gezet
  5. hadden scherp gezet
  6. hadden scherp gezet
o.t.t.t.
  1. zal scherp zetten
  2. zult scherp zetten
  3. zal scherp zetten
  4. zullen scherp zetten
  5. zullen scherp zetten
  6. zullen scherp zetten
o.v.t.t.
  1. zou scherp zetten
  2. zou scherp zetten
  3. zou scherp zetten
  4. zouden scherp zetten
  5. zouden scherp zetten
  6. zouden scherp zetten
en verder
  1. ben scherp gezet
  2. bent scherp gezet
  3. is scherp gezet
  4. zijn scherp gezet
  5. zijn scherp gezet
  6. zijn scherp gezet
diversen
  1. zet scherp!
  2. zet scherp!
  3. scherp gezet
  4. scherp zettend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für scherp zetten:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
fokusera focussen; scherp stellen; scherp zetten
ställa in skärpan focussen; scherp stellen; scherp zetten

Computerübersetzung von Drittern:

Verwandte Übersetzungen für scherp zetten