Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. verholen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für verholen (Niederländisch) ins Schwedisch

verholen:

verholen Adjektiv

  1. verholen (versluierd; bedekt; verkapt; verbloemd)
    dold; täckt; dolt; beslöjat; förklätt
  2. verholen (stiekem; heimelijk; in het geniep; )
    hemligt; hemlig
  3. verholen (verhuld; verborgen; verdoezeld; verscholen; verbloemd)
    döljt; döljd; beslöjat

Übersetzung Matrix für verholen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
hemligt geheimzinnigheid; mysterie
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
dold bedekt; verbloemd; verholen; verkapt; versluierd verborgen; verkapt; verkleed; vermomd
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
beslöjat bedekt; verbloemd; verborgen; verdoezeld; verholen; verhuld; verkapt; verscholen; versluierd gesluierd; omfloerst
dolt bedekt; verbloemd; verholen; verkapt; versluierd
döljd verbloemd; verborgen; verdoezeld; verholen; verhuld; verscholen onderhuids; sluimerend; verborgen; verborgen aanwezig zijn
döljt verbloemd; verborgen; verdoezeld; verholen; verhuld; verscholen
förklätt bedekt; verbloemd; verholen; verkapt; versluierd gemaskerd; in vermomming; incognito; verkapt; verkleed; vermomd
hemlig bedekt; heimelijk; in het geniep; steels; stiekem; verholen; verstolen clandestien; geniepig; ongeoorloofd
hemligt bedekt; heimelijk; in het geniep; steels; stiekem; verholen; verstolen geniepig; heimelijk; onderhands; stilletjes; verdekt
täckt bedekt; verbloemd; verholen; verkapt; versluierd gecovered; gedekt; gezekerd

Verwandte Wörter für "verholen":


Computerübersetzung von Drittern: