Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. vooropgaand:
  2. vooropgaan:


Niederländisch

Detailübersetzungen für vooropgaand (Niederländisch) ins Schwedisch

vooropgaand:

vooropgaand Adjektiv

  1. vooropgaand (voorafgaand; inleidend; voorgaand)
  2. vooropgaand (vooruitgaand)

Übersetzung Matrix für vooropgaand:

Not SpecifiedVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
föregående vorige activiteit
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
föregående vooropgaand; vooruitgaand afgelopen; tevoren; van tevoren; verleden; vooraf; vorig
preliminär inleidend; voorafgaand; voorgaand; vooropgaand
preliminärt inleidend; voorafgaand; voorgaand; vooropgaand

vooropgaand form of vooropgaan:

vooropgaan Verb (ga voorop, gaat voorop, ging voorop, gingen voorop, voorop gegaan)

  1. vooropgaan (voorafgaan)
    föregå
    • föregå Verb (föregår, föregick, föregått)

Konjugationen für vooropgaan:

o.t.t.
  1. ga voorop
  2. gaat voorop
  3. gaat voorop
  4. gaan voorop
  5. gaan voorop
  6. gaan voorop
o.v.t.
  1. ging voorop
  2. ging voorop
  3. ging voorop
  4. gingen voorop
  5. gingen voorop
  6. gingen voorop
v.t.t.
  1. ben voorop gegaan
  2. bent voorop gegaan
  3. is voorop gegaan
  4. zijn voorop gegaan
  5. zijn voorop gegaan
  6. zijn voorop gegaan
v.v.t.
  1. was voorop gegaan
  2. was voorop gegaan
  3. was voorop gegaan
  4. waren voorop gegaan
  5. waren voorop gegaan
  6. waren voorop gegaan
o.t.t.t.
  1. zal vooropgaan
  2. zult vooropgaan
  3. zal vooropgaan
  4. zullen vooropgaan
  5. zullen vooropgaan
  6. zullen vooropgaan
o.v.t.t.
  1. zou vooropgaan
  2. zou vooropgaan
  3. zou vooropgaan
  4. zouden vooropgaan
  5. zouden vooropgaan
  6. zouden vooropgaan
diversen
  1. ga voorop!
  2. gaat voorop!
  3. voorop gegaan
  4. vooropgaand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für vooropgaan:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
föregå voorafgaan; vooropgaan