Übersicht


Niederländisch

Detailübersetzungen für vruchteloos (Niederländisch) ins Schwedisch

vruchteloos:

vruchteloos Adjektiv

  1. vruchteloos (tevergeefs; ijdel; nutteloos; zonder resultaat; vergeefs)
  2. vruchteloos (onbeduidend; ijdel)

vruchteloos [znw.] Nomen

  1. vruchteloos (onvruchtbaarheid; onzinnigheid)

Übersetzung Matrix für vruchteloos:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
ofruktbarhet onvruchtbaarheid; onzinnigheid; vruchteloos dorheid; droogte; schraalheid
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
fruktlöst ijdel; onbeduidend; vruchteloos
fåfäng ijdel; onbeduidend; vruchteloos
fåfängt ijdel; onbeduidend; vruchteloos
förgäves ijdel; nutteloos; tevergeefs; vergeefs; vruchteloos; zonder resultaat
gagnlöst ijdel; onbeduidend; vruchteloos onrendabel; verliesgevend
meningslös ijdel; onbeduidend; vruchteloos hol; inhoudsloos; leeg; nietszeggend; nutteloos; onzinnig; zinledig; zinloos; zonder nut
meningslöst ijdel; onbeduidend; vruchteloos futiel; hol; inhoudsloos; leeg; nietsbetekenend; nietszeggend; nutteloos; onbeduidend; onbelangrijk; onbenullig; onbetekenend; onzinnig; triviaal; weinigzeggend; zinledig; zinloos; zonder nut

Verwandte Wörter für "vruchteloos":


Wiktionary Übersetzungen für vruchteloos:


Cross Translation:
FromToVia
vruchteloos fosterfördrivande; ofullgången; outvecklad abortif — (vieilli) Qui venir avant terme, qui n’pouvoir acquérir son entier développement.
vruchteloos onyttig; onödig; överflödig inutile — Qui n’est d’aucune utilité, d’aucun usage, parler des choses.