Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. onvermoeibaar:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für onvermoeibaar (Niederländisch) ins Deutsch

onvermoeibaar:

onvermoeibaar Adjektiv

  1. onvermoeibaar (noest; bedreven)
    unermüdlich; rastlos; bewandert; eifrig; emsig
  2. onvermoeibaar

Übersetzung Matrix für onvermoeibaar:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
andauernd onvermoeibaar aaneengesloten; aanhoudend; aldoor; almaar; altijddurend; blijvend; constant; continu; continue; de hele tijd; doorlopend; eeuwig; gedurig; hardnekkig; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; steeds; telkens; voortdurend
anhaltend onvermoeibaar aaneengesloten; aanhoudend; aldoor; almaar; altijddurend; blijvend; constant; continu; continue; de hele tijd; doorlopend; eeuwig; gedurig; hardnekkig; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; steeds; telkens; voortdurend
bewandert bedreven; noest; onvermoeibaar bedreven; bekwaam; doorkneed; ervaren; geoefend
eifrig bedreven; noest; onvermoeibaar actief; ambitieus; bedrijvig; bezet; bezeten; bezig; daadkrachtig; druk; drukbezet; drukpratend; dynamisch; eerzuchtig; energiek; fanatiek; geanimeerd; geil; gepassioneerd; gretig; happig; hartstochtelijk; heet; heetbloedig; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden; stormachtig; streverig; temperamentvol; vurig; warmbloedig
emsig bedreven; noest; onvermoeibaar actief; bedrijvig; bezet; bezig; druk; drukbezet; drukpratend; geanimeerd; ijverig; naarstig; nijver; verwoed; vlijtig
fortwährend onvermoeibaar aaneengesloten; aanhoudend; aldoor; almaar; altijd; altijddurend; blijvend; constant; continu; continue; de hele tijd; doorgaand; doorlopend; eeuwig; gedurig; gelijkmatig; gestaag; hardnekkig; immer; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; permanent; steeds; telkens; voortdurend
konstant onvermoeibaar aanhoudend; aldoor; almaar; altijddurend; constant; continue; de hele tijd; doorlopend; eeuwig; gedurig; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; steeds; telkens; voortdurend
kontinuierlich onvermoeibaar aaneengesloten; aanhoudend; altijddurend; blijvend; constant; continu; continue; de hele tijd; doorgaand; doorlopend; eeuwig; hardnekkig; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; voortdurend
rastlos bedreven; noest; onvermoeibaar ongedurig; rusteloos
ständig onvermoeibaar aldoor; almaar; altijd; blijvend; continue; de hele tijd; doorgaand; doorlopend; gedurig; gelijkmatig; geregeld; gestaag; ononderbroken; onophoudelijk; op vaste tijden; regelmatig; regulier; steeds; steevast; telkens; voortdurend
unablässig onvermoeibaar aaneengesloten; aanhoudend; altijddurend; blijvend; constant; continu; continue; doorlopend; eeuwig; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; onverdroten; onvermoeid; voortdurend
unermüdlich bedreven; noest; onvermoeibaar niet aflatend; onverdroten; onvermoeid
ununterbrochen onvermoeibaar aaneengesloten; aanhoudend; aldoor; almaar; altijddurend; blijvend; constant; continu; continue; de hele tijd; doorlopend; eeuwig; gedurig; gelijkmatig; gestaag; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; steeds; telkens; voortdurend; zonder onderbreking
unverdrossen onvermoeibaar aldoor; almaar; continue; de hele tijd; gedurig; ononderbroken; onophoudelijk; onverdroten; onvermoeid; steeds; telkens; voortdurend

Verwandte Wörter für "onvermoeibaar":


Wiktionary Übersetzungen für onvermoeibaar:


Cross Translation:
FromToVia
onvermoeibaar unermüdlich indefatigable — extremely persistent and untiring