Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. aanmonsteren:


Niederländisch

Detailübersetzungen für aanmonsteren (Niederländisch) ins Schwedisch

aanmonsteren:

aanmonsteren [znw.] Nomen

  1. aanmonsteren

aanmonsteren Verb (monster aan, monstert aan, monsterde aan, monsterden aan, aangemonsterd)

  1. aanmonsteren (inschrijven; aanmelden)
    registrera; anmäla; föra in; anteckna
    • registrera Verb (registrerar, registrerade, registrerat)
    • anmäla Verb (anmälar, anmälade, anmälat)
    • föra in Verb (för in, förde in, fört in)
    • anteckna Verb (antecknar, antecknade, antecknat)
  2. aanmonsteren (meevaren als passagier; meevaren)
    segla upp
    • segla upp Verb (seglar upp, seglade upp, seglat upp)

Konjugationen für aanmonsteren:

o.t.t.
  1. monster aan
  2. monstert aan
  3. monstert aan
  4. monsteren aan
  5. monsteren aan
  6. monsteren aan
o.v.t.
  1. monsterde aan
  2. monsterde aan
  3. monsterde aan
  4. monsterden aan
  5. monsterden aan
  6. monsterden aan
v.t.t.
  1. ben aangemonsterd
  2. bent aangemonsterd
  3. is aangemonsterd
  4. zijn aangemonsterd
  5. zijn aangemonsterd
  6. zijn aangemonsterd
v.v.t.
  1. was aangemonsterd
  2. was aangemonsterd
  3. was aangemonsterd
  4. waren aangemonsterd
  5. waren aangemonsterd
  6. waren aangemonsterd
o.t.t.t.
  1. zal aanmonsteren
  2. zult aanmonsteren
  3. zal aanmonsteren
  4. zullen aanmonsteren
  5. zullen aanmonsteren
  6. zullen aanmonsteren
o.v.t.t.
  1. zou aanmonsteren
  2. zou aanmonsteren
  3. zou aanmonsteren
  4. zouden aanmonsteren
  5. zouden aanmonsteren
  6. zouden aanmonsteren
diversen
  1. monster aan!
  2. monstert aan!
  3. aangemonsterd
  4. aanmonsterende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für aanmonsteren:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
anmäla aanbrengen; klikken; overbrengen
anmäla sig aanmonsteren aanmonstering
segla upp opvaren
ta värvning aanmonsteren
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
anmäla aanmelden; aanmonsteren; inschrijven aandienen; iets aankondigen
anmäla sig opt-in; zich aanmelden; zich melden; zich opgeven
anteckna aanmelden; aanmonsteren; inschrijven aantekenen; boeken; keurmerken; noteren; op schrift stellen; opschrijven; optekenen; registreren; vastleggen
föra in aanmelden; aanmonsteren; inschrijven binnendragen; deur openen; inleggen; invoegen; opendoen voor; overgaan op nieuwe rijbaan; tussenleggen
registrera aanmelden; aanmonsteren; inschrijven aanmelden; indexeren; inschrijven; kadastreren; opgeven; registreren; van indexnummers voorzien
segla upp aanmonsteren; meevaren; meevaren als passagier