Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. aanvoerend:


Niederländisch

Detailübersetzungen für aanvoerend (Niederländisch) ins Schwedisch

aanvoerend:

aanvoerend Adjektiv

  1. aanvoerend (leidend; eerste)
    ledande; tongivande; ledandet; tongivandet

Übersetzung Matrix für aanvoerend:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
ledande aanvoeren; aanvoering; leiding; voorgaan
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
ledande aanvoerend; eerste; leidend dominant; geleidend; gezaghebbend; maatgevend; richtinggevend; stroom doorgevend; toonaangevend; vooraanstaande
ledandet aanvoerend; eerste; leidend
tongivande aanvoerend; eerste; leidend
tongivandet aanvoerend; eerste; leidend