Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. nader verklaren:


Niederländisch

Detailübersetzungen für nader verklaren (Niederländisch) ins Spanisch

nader verklaren:

nader verklaren Verb (verklaar nader, verklaart nader, verklaarde nader, verklaarden nader, nader verklaard)

  1. nader verklaren (verduidelijken; toelichten; uiteenzetten; uitleggen)

Konjugationen für nader verklaren:

o.t.t.
  1. verklaar nader
  2. verklaart nader
  3. verklaart nader
  4. verklaren nader
  5. verklaren nader
  6. verklaren nader
o.v.t.
  1. verklaarde nader
  2. verklaarde nader
  3. verklaarde nader
  4. verklaarden nader
  5. verklaarden nader
  6. verklaarden nader
v.t.t.
  1. heb nader verklaard
  2. hebt nader verklaard
  3. heeft nader verklaard
  4. hebben nader verklaard
  5. hebben nader verklaard
  6. hebben nader verklaard
v.v.t.
  1. had nader verklaard
  2. had nader verklaard
  3. had nader verklaard
  4. hadden nader verklaard
  5. hadden nader verklaard
  6. hadden nader verklaard
o.t.t.t.
  1. zal nader verklaren
  2. zult nader verklaren
  3. zal nader verklaren
  4. zullen nader verklaren
  5. zullen nader verklaren
  6. zullen nader verklaren
o.v.t.t.
  1. zou nader verklaren
  2. zou nader verklaren
  3. zou nader verklaren
  4. zouden nader verklaren
  5. zouden nader verklaren
  6. zouden nader verklaren
en verder
  1. is nader verklaard
  2. zijn nader verklaard
diversen
  1. verklaar nader!
  2. verklaart nader!
  3. nader verklaard
  4. nader verklarend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für nader verklaren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
aclarar nader verklaren; toelichten; uiteenzetten; uitleggen; verduidelijken accentueren; begrijpelijk maken; belichten; beschijnen; hozen; leeghozen; met licht beschijnen; ontvouwen; ophelderen; opklaren; toelichten; uitdunnen; uiteenzetten; uitleggen; uitscheppen; verduidelijken; verhelderen; verklaren; verlichten; wegkappen
aclararse nader verklaren; toelichten; uiteenzetten; uitleggen; verduidelijken bezinken
certificar nader verklaren; toelichten; uiteenzetten; uitleggen; verduidelijken duiden
desdoblar nader verklaren; toelichten; uiteenzetten; uitleggen; verduidelijken eruit flappen; uitklappen
desplegar nader verklaren; toelichten; uiteenzetten; uitleggen; verduidelijken afwisselen; bikken; distribueren; eten; geuren; graven; herzien; losgooien; loswerpen; naar binnen werken; ontvouwen; ontwikkelen; opdelven; openspreiden; openvouwen; opgraven; pralen; pronken; ronddelen; scheppen; spreiden; te kijk lopen met; tot ontwikkeling brengen; uitbeitelen; uitbikken; uiteenzetten; uitklappen; uitleggen; uitreiken; uitslaan; uitspreiden; uitvouwen; veranderen; verdelen; verduidelijken; verwisselen; wijzigen
detallar nader verklaren; toelichten; uiteenzetten; uitleggen; verduidelijken afschilderen; bepalen; beschrijven; definiëren; detailleren; nader omschrijven; omschrijven; ontvouwen; preciseren; schetsen; specificeren; uiteenzetten; uitleggen; verduidelijken
explicar nader verklaren; toelichten; uiteenzetten; uitleggen; verduidelijken accentueren; afschilderen; begrijpelijk maken; belichten; beschrijven; duiden; met licht beschijnen; omschrijven; ontvouwen; ophelderen; opklaren; schetsen; toelichten; uiteenzetten; uitleggen; verantwoorden; verduidelijken; verhelderen; verklaren
explicarse mejor nader verklaren; toelichten; uiteenzetten; uitleggen; verduidelijken
interpretar nader verklaren; toelichten; uiteenzetten; uitleggen; verduidelijken acteren; beschrijven; dramatiseren; duiden; interpreteren; ontvouwen; overbrengen; overzetten; tolken; toneelspelen; translateren; uitbeelden; uiteenzetten; uitleggen; verbeelden; verduidelijken; verpersonificeren; vertalen; vertolken; weergeven

Verwandte Übersetzungen für nader verklaren